Posts tonen met het label intensieve menshouderij. Alle posts tonen
Posts tonen met het label intensieve menshouderij. Alle posts tonen

dinsdag 10 mei 2011

Het Persoonlijk Ontwikkelings-Plan

Het blijft maar knagen. Wat is het toch precies wat me niet aanstaat in dat bekwaamheidsdossier en het lerarenregister van die toch zo goedbedoelende Stichting Beroepskwaliteit Leraren? Ik voel dat er iets wringt - en dan wéét ik gewoon dat het niet klopt - maar kon er tot nog toe niet precies de vinger op leggen.

Na het lezen van Intensieve Menshouderij wordt het me duidelijk. Het past in het ontwerp van de intensieve menshouderij om medewerkers te leren "dat het primair gaat om hun eigen carrièrepad ('Heb je al een POP, een Persoonlijk Ontwikkelings Plan?')." Bekwaamheidsdossier, POP en lerarenregister brengen leraren in een voortdurende staat van bezorgdheid om hun positie. 'Ben ik wel goed genoeg?'

"Medewerkers leren dat ze niet meer op de samenhang der dingen moeten letten, maar dat ze zich vooral moeten concentreren op hun eigen prestaties." Leraren komen daardoor niet toe aan het ontwikkelen van een onafhankelijk oordeel over de kwaliteit van onderwijs of aan de bundeling van krachten ter bevordering daarvan.

"Er worden 'harde' criteria vastgesteld en vastgelegd in een prestatiecontract [bekwaamheidsdossier]. Na verloop van tijd is iedereen bezig met het scorebord en let niemand meer op de wedstrijd zelf. Door het gebrek aan collectiviteit wordt er steeds meer langs elkaar heen gewerkt en probeert iedereen vooral zijn eigen carrière niet in gevaar te brengen."

In de intensieve menshouderij worden collega's tegen elkaar uitgespeeld door bonussen uit te delen (prestatiebeloning). Groepsgevoel wordt tegengewerkt, want bundeling van krachten vormt een gevaar voor het construct.

"Competenties van medewerkers worden uitgedrukt in hun vermogen om loyaal mee te werken aan veranderingen die door 'de denkers' zijn uitgedacht." Dat is precies wat me tegenstaat in de competentiematrix van de SBL. Het zogenaamde meewerken en meedenken wordt beloond: je krijgt er punten voor in je bekwaamheidsdossier. Men gebruikt graag het woord 'proactief' om submissief gedrag te stimuleren: onderwerping aan het zelfrefererende onderwijsconstruct van de beleidsmakers. Kritische geluiden van de werkvloer worden afgedaan als weerstand en negativisme. Wie tegen de stroom indenkt is een spelbreker.

Door de grote stroom van almaar nieuwe regels en procedures van de top naar de werkvloer wordt een schijnwerkelijkheid geconstrueerd. Die schijnwerkelijkheid heeft een zelfrefererend karakter. Binnen het discours lijkt het allemaal wel te kloppen. Het wringt wel, maar je krijgt er geen greep op. Je moet verdomd veel denkkracht hebben wil je buiten dat discours onafhankelijk blijven nadenken en je niet laten opslokken door de Onderwijs-MBA-NewSpeak.

De enige vraag die er werkelijk toe doet, de vraag die wij vakmensen ons dagelijks moeten stellen: "Is het goed voor de kwaliteit van het onderwijs?", valt bij voorbaat buiten het zelfrefererend systeem van de intensieve menshouderij. Het is voor de intensieve menshouderij een onwenselijke vraag, want hij kan het hele onderwijsconstruct - met al z'n managementstructuren en externe adviseurs - ten val brengen.

maandag 9 mei 2011

De intensieve wielrennerij en het leerlingvolgsysteem

"Moderne technologie vergroot de greep van de ploegleider op het peloton. Vanuit de auto staat hij met zijn renners in contact, deelt de commando's uit en corrigeert waar nodig. Zelf nadenken hoeft niet meer, demarreren op intuïtie is verboden [vakmanschap neemt af]. Iedere toevalligheid wordt door de techniek op voorhand uitgesloten. Zoals in de autosport worden de renners domweg pionnen van de teamleiding. [...]

Wielrenners zijn echter geen robotjes. Renners moeten hun verantwoordelijkheid kennen, moeten hun eigen weg weten te vinden. Dat moet niet de hele godganse dag worden voorgekookt. Renners ontwikkelen daardoor te weinig koersinzicht. Ze nemen geen instinctieve beslissingen meer en laten zich domweg sturen. Vroeger gaf een ploegleider de renner de ruimte zelf beslissingen te nemen. Als je tegenwoordig de hele etappe met je buurman blijft kletsen en je krijgt in je oortje geen aanwijzingen, dan kan de ploegleider je na afloop ook nergens op afrekenen."

Uit een interview met Henk Lubberding in De Groene Amsterdammer, 2003. Geciteerd in Intensieve Menshouderij van Jaap Peters en Judith Pouw.

Dit is een allegorie. Trek zelf de vergelijking met het digitaal leerlingvolgsysteem in het primair onderwijs en het effect daarvan op het verantwoordelijkheidsgevoel en het koersinzicht van leerkrachten.

Intensieve menshouderij

In Intensieve Menshouderij beschrijven Jaap Peters en Judith Pouw hoe organisaties zijn verworden tot bedrijven die functioneren als de intensieve landbouw. "Vanuit het gangbare economisch oogpunt is de intensieve landbouwmethode een fantastische manier van produceren. Er worden hoge opbrengsten verkregen tegen zo laag mogelijke kosten. Als echter vanuit de positie van de dieren, het milieu of de boer wordt gekeken, is het plaatje minder rooskleurig."

Hoewel het boek in hoofdzaak gaat over bedrijven met winstoogmerk, is een en ander rechtstreeks van toepassing op het vigerende onderwijsbeleid. Bij multinationals denk ik dan altijd nog: die mensen kiezen er toch ook voor om onethisch te leven, die stellen nu eenmaal andere prioriteiten in het leven. Maar het onderwijs, dat is toch een door en door ethisch beroep?

Toch draait het in het onderwijs ook steeds meer om 'opbrengstgericht werken', de scores in het leerlingvolgsysteem opkrikken en de veronderstelling dat meten gelijk staat aan weten. De onmeetbare waarden die het onderwijs dragen raken uit het zicht.

Ik citeer uit Intensieve Menshouderij:

"In plaats van aandacht voor vakkennis ligt de nadruk op economische en rationele principes als winstmaximalisatie, kwantitatieve groei en het gebruik van meetinstrumenten."

"Regels en voorschriften spelen een grote rol. De heersende opvatting is dat je pas goed presteert als je volgens schriftelijke regels werkt."

"De meetneurose leidt tot toenemende oppervlakkigheid, want over wat niet gemeten kan worden, kun je niet zinvol vergaderen. Kwalitatieve waarden vallen daarom al snel uit de boot. Meer is immers makkelijker aan te tonen dan beter."
De watertomaat indachtig schrijven Peters & Pouw: "Werkelijke kwaliteit gaat over aspecten die moeilijk (of zelfs niet?) te meten zijn, zoals smaak voedingswaarde en voldoening."
Herkenbaar? Steeds terugkerend thema is dat het in de intensieve menshouderij niet langer draait om 'responsability' (morele verantwoordelijkheid) maar om 'accountability' (of je de gemaakte kosten kunt verantwoorden, of je bonnetjes kunt overleggen). Is dat niet precies ook waar het devies van 'opbrengstgericht werken' en allerlei andere onderwijsbeleidsmaatregelen ons naartoe loodsen? Dat we braaf prestaties scoren in plaats van onze verantwoordelijkheid te nemen voor Goed Onderwijs?

Er is een antwoord op: "We denken vaak in het bestaande systeem gevangen te zitten, maar soms is alleen maar 'ja' of 'nee' zeggen genoeg om tot een oplossing te komen."

Waar het op aankomt is: de verantwoordelijkheid op je nemen. Wij vakmensen zijn het die de verantwoordelijkheid dragen voor de kwaliteit van het onderwijs. Wij zijn het die constateren wanneer een vakinhoudelijke risicogrens wordt overschreden. Wij zijn het die dan moeten zeggen: nee, dat is niet goed voor de kwaliteit van het onderwijs, daar kunnen wij ethisch gezien niet aan meewerken.

P.S. Twijfel je nog? Vind je de vergelijking overtrokken? Lees dan eens het volgende artikel in de Trouw van 6 mei jl. "Hogere eis aan school verkleint kans leerlingen"

woensdag 20 oktober 2010

Ideas worth spreading

Via LinkedIn stuitte ik op de betogen van Sir Ken Robinson, iemand die van alles te zeggen heeft over het huidige onderwijssysteem en wat daar volgens hem aan zou moeten veranderen. De video's zijn online gezet door TED, een organisatie die "ideas worth spreading" op deze wijze wereldkundig maakt. Die noemer is goed gekozen. Ideeën die tot denken bewegen zijn alleen al om die reden het verspreiden waard, juist ook als ze prikkelen tot kanttekeningen.

Robinson typeert het huidige onderwijssysteem als een fastfoodketen. Overal in de wereld kun je een hamburger halen bij MacDonalds, en die zal overal precies hetzelfde smaken. Het streven van fastfoodketens is eenvormigheid, en volgens Robinson leidt ook het huidige onderwijssysteem tot eenvormigheid. Volgens Robinson is het onderwijs zoals het nu is er eenzijdig op gericht academici af te leveren, alsof dat het enige soort mensen is dat deugt.

Ik geef Robinson gelijk als hij beweert dat het onderwijs resulteert in gelijkvormigheid. Maar dat het hoogste streven van onderwijsinstellingen is, academici voort te brengen, lijkt me onjuist. Zelfs universiteiten bieden niet langer een passende omgeving voor rechtgeaarde intellectuelen. De uniformiteit in het mensbeeld dat het onderwijs uitdraagt - tot de universiteiten aan toe - is veeleer het gevolg van eenzijdig marktdenken.

Robinson houdt een pleidooi voor kunstonderwijs. Hij wijst erop dat kinderen op school systematisch "divergent thinking" wordt afgeleerd, en de remedie daartegen zou onder meer kunstonderwijs zijn. Misschien is dat juist. Echter, intellectuele arbeid en filosofische reflectie (academische vaardigheden) zijn niet tegengesteld aan creatieve vakken, maar zijn er onderdeel van. Filosofie is bij uitstek een vak dat afwijkend denken stimuleert en koestert.

Picasso zou gezegd hebben dat alle kinderen kunstenaars zijn, en dat de moeilijkheid is, kunstenaar te blijven zodra je opgroeit. Iets soortgelijks zou je kunnen zeggen over filosofie. Alle kinderen zijn filosofen, maar de meeste leren het af om zich overal over te verwonderen, want dat brengt geen brood op de plank, en veel grote mensen vinden het domweg irritant, al dat gevraag.

Een fundamenteel probleem in het onderwijs is de eenvormigheid van het geïmpliceerde mensbeeld en de afwezigheid van reflectie daarop. Maar als je die eenvormigheid zou willen karakteriseren dan zou ik zeggen dat het niet de academische mens maar veeleer de lucratieve mens is, die het onderwijs op het oog heeft.

Hoe het ook zij, welk model ook impliciet wordt nagestreefd met de vorming die het onderwijs biedt, het probleem zit hem in de eenzijdigheid, en de oplossing is te vinden in oog voor de waarde van veelvormigheid.