Volgend schooljaar ga ik aan een project werken met subsidie
van het LOF.
Waar gaat het over? Wat ga ik doen? Dat ga ik nu kort
vertellen. Ik zal ook vertellen hoe je aan het project mee kunt doen, als je
dat zou willen.
Op verschillende momenten is op studiedagen op De Kleine
Reus de naam Gert Biesta al gevallen. Toen ik in 2011 op De Kleine Reus kwam
werken, had ik zijn werk net ontdekt, en het greep me direct, omdat het op een
heel andere manier over onderwijs gaat dan ik tot dan toe gewend was, en waarin
ik steeds iets gemist had, en ik wist niet goed wat.
In de manier waarop – ook nu nog - meestal over onderwijs
gesproken wordt, is het net alsof de ontwikkeling die zich de afgelopen 150
jaar in de filosofie heeft voltrokken, helemaal niet heeft plaatsgevonden. Het positivistisch
geloof in harde data en een evidence based aanpak lijkt in de main stream
onderwijsliteratuur op geen enkele manier in vraag te worden gesteld. Dit verwondert
me en het stuit me als filosoof tegen de borst. Bij Biesta kwam ik voor het eerst
een manier van spreken over onderwijs tegen, die recht deed aan wat filosofen
als Nietzsche, Heidegger en Derrida in het denken teweeg hebben gebracht.
Heel, heel kort kan ik daar dit over zeggen. Nietzsche heeft gezegd: Er zijn geen feiten,
enkel interpretaties. Heidegger maakt onderscheid tussen het rekenende denken
en het aandachtige denken. Derrida heeft gezegd: Er is niets buiten de taal. Alle drie hebben ze bijgedragen aan de zogeheten
fenomenologie, die niet langer pretendeert te kunnen spreken over hoe de dingen
feitelijk zijn, maar die spreekt over hoe de dingen aan ons verschijnen, en wat
ze voor ons betekenen.
Tot zover dit piepkleine filosofische uitstapje. Ik vermoed dat ik er later nog wel meer over zal willen zeggen.
Een van de kerngedachten uit het werk van Biesta is, dat
onderwijs zich afspeelt op drie elkaar overlappende domeinen, te weten:
kwalificatie, socialisering en persoonsvorming of subjectwording.
Bij kwalificatie en socialisering kun je je betrekkelijk
gemakkelijk iets voorstellen: kwalificatie dat gaat over leren lezen en
schrijven en rekenen. Je ziet het terug in een term als ‘een startkwalificatie
voor de arbeidsmarkt’. Socialisering, dat heeft te maken met sociale
omgangsvormen, met ‘zo doen we dat hier’, en ‘zo doen we dat hier niet’.
Wat we onder persoonsvorming moeten verstaan, dat ligt wat
ingewikkelder.
Daar gaat mijn onderzoek over. Wat betekent dat begrip, en hoe
zie je dat terug in de praktijk?
Dat is vooral belangrijk, omdat de overheid inmiddels ook
Gert Biesta ontdekt heeft – hij zit inmiddels ook in de Onderwijsraad – en de
overheid begint nu ook te zeggen dat het onderwijs aandacht moet besteden aan die drie domeinen. De drieslag van Gert Biesta komt
bijvoorbeeld ook voor in het advies van de Commissie Schnabel, Onderwijs 2032.
Schnabel heeft de drieslag van Biesta omgedoopt in de – mijns inziens nogal infantiele - slogan
“vaardig, aardig, waardig”.
Dat is allemaal goed en wel, maar de vraag is wel: wat
verstaan we daaronder? En vooral dat begrip persoonsvorming (waardig) draagt
risico’s in zich. In het Onderwijsblad schreef Ton van Haperen al eens een paniekerige column over Noord-Koreaanse indoctrinatie – hij zag de bui al hangen. Enerzijds
is dat dwaas en onzinnig, en het geeft blijk van een totaal misverstaan van wat
Biesta – en ook andere onderwijspedagogen – met het begrip persoonsvorming aan
de orde willen stellen. Anderzijds wijst het er wel op dat het begrip zich kennelijk
heel gemakkelijk leent voor misverstanden.
Mijn project draait precies om die vraag: wat moeten
we/kunnen we verstaan onder het begrip persoonsvorming. Wat is de betekenis van dat begrip. En dan niet in de
eerste plaats theoretisch, maar praktisch: Wat doen leraren in hun dagelijkse praktijk,
waarvan je kunt zeggen, kijk, daar gebeurt iets op het vlak van
persoonsvorming? Wat betekent dat begrip voor ons handelen?
Ik denk dat persoonsvorming vooral aan de orde is op momenten, waarop een kind niet
wil wat jou voor ogen staat met je klas, en met je les. Momenten waarop een
kind zich verzet tegen wat jij als leraar van hem verlangt. In de interactie
die op zulke momenten plaatsvindt, tussen jou als leraar en je leerlingen – daar vindt – dat is
althans mijn hypothese - persoonsvorming plaats. In die ruimte kun jij als
leraar een rol spelen in de subjectwording van een kind. En de vraag is: hoe speel je die rol, en met het oog waarop?
Dat klinkt nu misschien nog abstract, maar het ligt in mijn
bedoeling om in casusbesprekingen met leraren op zoek te gaan naar zulke
momenten, en om die met elkaar te onderzoeken, om op die manier betekenis te
geven aan het begrip persoonsvorming. Dus vanuit de praktijk naar de reflectie
en weer terug.
Hoe ga ik dat doen?
Via mijn netwerk heb ik een groep leraren uit het basisonderwijs verzameld, die geïnteresseerd is in dit onderwerp. Met
die groep ga ik vijf onderzoeksgesprekken voeren, waarbij we steeds een casus
van een van de deelnemers onder de loep nemen. Als je geïnteresseerd bent, dan nodig ik je van harte uit om
deel te nemen aan die groep – waarbij moet worden opgemerkt dat de groep
een maximum van 15 deelnemers kent. Voorwaarde is, dat je als leraar in het basisonderwijs werkt.
De casusbesprekingen zullen de basis vormen voor een aantal
essays, waarin
ik onder woorden ga proberen te brengen wat het begrip persoonsvorming betekent
en hoe je dat terugziet in de praktijk.
Onderwijspedagogen Gert Biesta (Universiteit voor
Humanistiek), Joop Berding (Hogeschool Rotterdam) en Wouter Pols (Hogeschool
Rotterdam) hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in de ontwikkeling van dit
project, en te zijner tijd graag mee te lezen en feedback te geven.
Eindproduct is een publieksboek, dat voor leraren, maar
bijvoorbeeld ook voor ouders, inzichtelijk zal maken, hoe complex ons werk is, mede omdat we niet alleen kinderen leren lezen en schrijven, maar hen ook mee
opvoeden. Wat daarbij allemaal komt kijken, is een aspect van het onderwijs dat
vooralsnog onderbelicht blijft.
Door het te belichten hoop ik bij te dragen aan een groter
zelfbewustzijn bij leraren tav de complexiteit van hun werk, en aan respect bij
de buitenwacht voor wat wij op school met kinderen doen.