maandag 20 juni 2016

LOF - Pitchen voor het team

Volgend schooljaar ga ik aan een project werken met subsidie van het LOF.
Waar gaat het over? Wat ga ik doen? Dat ga ik nu kort vertellen. Ik zal ook vertellen hoe je aan het project mee kunt doen, als je dat zou willen.

Op verschillende momenten is op studiedagen op De Kleine Reus de naam Gert Biesta al gevallen. Toen ik in 2011 op De Kleine Reus kwam werken, had ik zijn werk net ontdekt, en het greep me direct, omdat het op een heel andere manier over onderwijs gaat dan ik tot dan toe gewend was, en waarin ik steeds iets gemist had, en ik wist niet goed wat.

In de manier waarop – ook nu nog - meestal over onderwijs gesproken wordt, is het net alsof de ontwikkeling die zich de afgelopen 150 jaar in de filosofie heeft voltrokken, helemaal niet heeft plaatsgevonden. Het positivistisch geloof in harde data en een evidence based aanpak lijkt in de main stream onderwijsliteratuur op geen enkele manier in vraag te worden gesteld. Dit verwondert me en het stuit me als filosoof tegen de borst. Bij Biesta kwam ik voor het eerst een manier van spreken over onderwijs tegen, die recht deed aan wat filosofen als Nietzsche, Heidegger en Derrida in het denken teweeg hebben gebracht. 

Heel, heel  kort kan ik daar dit over zeggen. Nietzsche heeft gezegd: Er zijn geen feiten, enkel interpretaties. Heidegger maakt onderscheid tussen het rekenende denken en het aandachtige denken. Derrida heeft gezegd: Er is niets buiten de taal. Alle drie hebben ze bijgedragen aan de zogeheten fenomenologie, die niet langer pretendeert te kunnen spreken over hoe de dingen feitelijk zijn, maar die spreekt over hoe de dingen aan ons verschijnen, en wat ze voor ons betekenen. 

Tot zover dit piepkleine filosofische uitstapje. Ik vermoed dat ik er later nog wel meer over zal willen zeggen.

Een van de kerngedachten uit het werk van Biesta is, dat onderwijs zich afspeelt op drie elkaar overlappende domeinen, te weten: kwalificatie, socialisering en persoonsvorming of subjectwording.

Bij kwalificatie en socialisering kun je je betrekkelijk gemakkelijk iets voorstellen: kwalificatie dat gaat over leren lezen en schrijven en rekenen. Je ziet het terug in een term als ‘een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt’. Socialisering, dat heeft te maken met sociale omgangsvormen, met ‘zo doen we dat hier’, en ‘zo doen we dat hier niet’.

Wat we onder persoonsvorming moeten verstaan, dat ligt wat ingewikkelder. 

Daar gaat mijn onderzoek over. Wat betekent dat begrip, en hoe zie je dat terug in de praktijk?

Dat is vooral belangrijk, omdat de overheid inmiddels ook Gert Biesta ontdekt heeft – hij zit inmiddels ook in de Onderwijsraad – en de overheid begint nu ook te zeggen dat het onderwijs aandacht moet besteden aan die drie domeinen. De drieslag van Gert Biesta komt bijvoorbeeld ook voor in het advies van de Commissie Schnabel, Onderwijs 2032. Schnabel heeft de drieslag van Biesta omgedoopt in de – mijns inziens nogal infantiele - slogan “vaardig, aardig, waardig”.

Dat is allemaal goed en wel, maar de vraag is wel: wat verstaan we daaronder? En vooral dat begrip persoonsvorming (waardig) draagt risico’s in zich. In het Onderwijsblad schreef Ton van Haperen al eens een paniekerige column over Noord-Koreaanse indoctrinatie – hij zag de bui al hangen. Enerzijds is dat dwaas en onzinnig, en het geeft blijk van een totaal misverstaan van wat Biesta – en ook andere onderwijspedagogen – met het begrip persoonsvorming aan de orde willen stellen. Anderzijds wijst het er wel op dat het begrip zich kennelijk heel gemakkelijk leent voor misverstanden.

Mijn project draait precies om die vraag: wat moeten we/kunnen we verstaan onder het begrip persoonsvorming. Wat is de betekenis van dat begrip. En dan niet in de eerste plaats theoretisch, maar praktisch: Wat doen leraren in hun dagelijkse praktijk, waarvan je kunt zeggen, kijk, daar gebeurt iets op het vlak van persoonsvorming? Wat betekent dat begrip voor ons handelen?

Ik denk dat persoonsvorming vooral aan de orde is op momenten, waarop een kind niet wil wat jou voor ogen staat met je klas, en met je les. Momenten waarop een kind zich verzet tegen wat jij als leraar van hem verlangt. In de interactie die op zulke momenten plaatsvindt, tussen jou als leraar en je leerlingen – daar vindt – dat is althans mijn hypothese - persoonsvorming plaats. In die ruimte kun jij als leraar een rol spelen in de subjectwording van een kind. En de vraag is: hoe speel je die rol, en met het oog waarop?

Dat klinkt nu misschien nog abstract, maar het ligt in mijn bedoeling om in casusbesprekingen met leraren op zoek te gaan naar zulke momenten, en om die met elkaar te onderzoeken, om op die manier betekenis te geven aan het begrip persoonsvorming. Dus vanuit de praktijk naar de reflectie en weer terug.

Hoe ga ik dat doen?


Via mijn netwerk heb ik een groep leraren uit het basisonderwijs verzameld, die geïnteresseerd is in dit onderwerp. Met die groep ga ik vijf onderzoeksgesprekken voeren, waarbij we steeds een casus van een van de deelnemers onder de loep nemen. Als je geïnteresseerd bent, dan nodig ik je van harte uit om deel te nemen aan die groep – waarbij moet worden opgemerkt dat de groep een maximum van 15 deelnemers kent. Voorwaarde is, dat je als leraar in het basisonderwijs werkt.

De casusbesprekingen zullen de basis vormen voor een aantal essays, waarin ik onder woorden ga proberen te brengen wat het begrip persoonsvorming betekent en hoe je dat terugziet in de praktijk.

Onderwijspedagogen Gert Biesta (Universiteit voor Humanistiek), Joop Berding (Hogeschool Rotterdam) en Wouter Pols (Hogeschool Rotterdam) hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in de ontwikkeling van dit project, en te zijner tijd graag mee te lezen en feedback te geven.

Eindproduct is een publieksboek, dat voor leraren, maar bijvoorbeeld ook voor ouders, inzichtelijk zal maken, hoe complex ons werk is, mede omdat we niet alleen kinderen leren lezen en schrijven, maar hen ook mee opvoeden. Wat daarbij allemaal komt kijken, is een aspect van het onderwijs dat vooralsnog onderbelicht blijft.

Door het te belichten hoop ik bij te dragen aan een groter zelfbewustzijn bij leraren tav de complexiteit van hun werk, en aan respect bij de buitenwacht voor wat wij op school met kinderen doen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten