donderdag 16 juni 2016

Respect - de onderwijsavond van Wouter Pols en Joop Berding

Gisterenavond spraken Joop Berding en Wouter Pols over het gezag van leraren, op de laatste onderwijsavond van dit jaar bij het NIVOZ.

Eigenlijk deed Joop Berding het verhaal, en Wouter Pols stelde op gezette momenten, als een soort Socrates, vragen om het een of ander in het verhaal nog wat nader toe te lichten. Ook werd het soms wat academische college verlucht met voorbeelden uit de onderwijspraktijk, en met fragmenten uit een Britse documentaire: Are our kids tough enough. Dit alles droeg bij aan een diepgravend verhaal dat dichtbij de leraar en de praktijk werd gebracht zonder de zaken te versimpelen of door de knieën te gaan.

Joop Berding en Wouter Pols hebben beiden het afgelopen jaar een boek gepubliceerd waarin met name het denken van Hannah Arendt een grote rol speelt. Aan haar werd ook deze avond meermalen gerefereerd. Arendt zegt: we kunnen in het onderwijs niet zonder gezag, maar het fundament van het gezag is weg. Noch de kerk, noch de moderne wetenschap kunnen een fundament bieden op grond waarvan leraren gezag kunnen claimen. Waar het op aankomt, is de vraag, of de kinderen, de ouders, de maatschappij, de overheid aan leraren het vertrouwen schenken, en gezag toekennen. Het komt erop aan dat zij ons autoriseren. Dat kunnen we niet met macht afdwingen. We kunnen er alleen proberen ruimte voor te scheppen, in de relatie.

Pols en Berding onderzoeken de vraag: wat is ervoor nodig om ervoor te zorgen dat kinderen hun leraren weer gezag toekennen? Want je iets laten gezeggen, open staan voor wat de leraar je te bieden heeft, erop vertrouwen dat hij in de positie is om jou iets over de wereld te vertellen - dat zijn belangrijke voorwaarden om je te kunnen laten onderwijzen. Maar wat als die bereidheid er niet is? Wat als je als leraar geen 'orde' hebt, zoals dat heet? Wat als een kind in de klas niet bereid is om jou dat gezag toe te kennen?

Dan komt het er volgens Berding en Pols uitdrukkelijk niet op aan, dat je je laat coachen op 'classroom management skills', maar dan komt het aan op jouw ethos als mens. Dan komt het erop aan wie jij bent, en in hoeverre jij erin slaagt een begin te maken en ruimte te scheppen voor een relatie met het kind dat jou 'niet moet'.

Lukt het je om - zoals Wouter Pols dat met bewoordingen ontleend aan Jacques Lacan noemt - met die leerling een gedeelde "symbolische orde" te scheppen waarin je elkaar kunt ontmoeten, en waarin je met elkaar kunt beginnen betekenis te geven aan de wereld? Lukt het je om een brug te slaan?

Joop Berding verwijst naar Janusz Korczak, die groot belang hecht aan respect voor het kind, ook, en juist, als het zich verzet. Het woord 'respect' is wat versleten, maar door naar de etymologie te verwijzen geeft Joop Berding het opnieuw reliëf. Respect betekent van oorsprong: omzien naar elkaar.

Iemand zei gisterenavond bij de afsluiting van de avond, dat 'Marokkaanse' jongens onder het woord 'respect' wel heel wat anders verstaan. Het was vast zo niet bedoeld, maar dat was naar mijn idee toch echt een wanklank.

Want het mag zo zijn, dat bepaalde kinderen met zo'n streetwise attitude, in een poging je te intimideren, zulke dingen zeggen, zoals "Hee man, respect man", of die te pas en te onpas "Allahoe akbar" roepen om je van je stuk te brengen.

Maar juist als dat gebeurt, dan denk ik dat daar bij uitstek nodig is wat Berding en Pols voorstellen, namelijk dat je met zulke kinderen moet bouwen aan een relatie en op zoek gaan naar een gedeelde symbolische orde. En niet ze bij voorbaat - respectloos generaliserend - classificeren als "Marokkaanse jongens".

In een getoond fragment uit bovengenoemde documentaire zegt de obstinate puber Sophie over de Chinese leraar, die op autoritaire wijze, met macht, probeert orde af te dwingen: "Tegen wie heeft ze het eigenlijk? Wie denkt ze wel dat ze is?" Joop Berding laat zien hoe dat meisje eigenlijk heel treffend verwoordt waar het aan schort tussen die leraar en die leerling: de relatie ontbreekt.

Ik denk dat de opgeschoten jongens die hun leraar vanonder hun hoodie 'respect' toesissen, in feite hetzelfde doen. Dat gaat misschien ook helemaal niet over jou. Maar jij, als leraar, vertegenwoordigt voor hen de wereld van de volwassenen, met wie ze mogelijk al slechte ervaringen hebben opgedaan, bijvoorbeeld omdat die hen al keer op keer in een hokje hebben geduwd.

En dan is de vraag

"... of we genoeg van de wereld houden om er de verantwoordelijkheid voor op ons te nemen..."

 en ook

",..of we genoeg van onze kinderen houden om hen niet uit onze wereld te verbannen en hen aan hun lot over te laten, noch hun de kans te ontnemen om iets nieuws - iets dat we niet kunnen voorzien - te ondernemen, maar hen integendeel voor te bereiden op hun opdracht: het vernieuwen van een gemeenschappelijke wereld." (Hannah Arendt)

Beginnen 

Er is niet één antwoord. Wat we kunnen doen is steeds opnieuw beginnen. "Beginnen met doorgaan, doorgaan met beginnen", zoals Joop Berding zei. Steeds opnieuw in het hier en nu kijken wat er nodig is om een brug te slaan tussen jou en de kinderen. Dit kind. Nu.

Gezag is iets dat ontstaat in dialoog, in een symbolische dans, die steeds opnieuw begint. In de dialoog tussen leraar en kind zal het gezag steeds opnieuw moeten worden waargemaakt. Daarvoor hebben we geen algemene, technische competenties of skills nodig, maar phronesis of praktische wijsheid. Dat is niet iets wat je in evidence based procedures kunt vatten. Dat moet je leren aanvoelen in de ervaring, van situatie tot situatie, heen en weer gaand tussen handelen en erover nadenken en erover praten en dan weer handelen. 












1 opmerking:

  1. Mooi verwoord Hester. Ik kon er niet bij zijn, maar maakte het zo toch een beetje mee.

    BeantwoordenVerwijderen