Cornelis Verhoeven schrijft in Weerloos denken: “De filosofie geeft geen antwoorden op bestaande vragen, maar plaatst vraagtekens bij bestaande antwoorden en vanzelfsprekendheden. Zij verhoogt niet de kennis, maar eerder de onwetendheid.”
Hoe verhoudt zich mijn filosofische streven tot mijn streven naar kennisoverdracht? Om vraagtekens te kunnen plaatsen bij bestaande antwoorden en vanzelfsprekendheden moet je eerst die antwoorden en vanzelfsprekendheden leren kennen. Je kunt niet beginnen met vraagtekens plaatsen.
Als ik naar kennisoverdracht streef dan is wat ik wil overdragen niet “de waarheid” maar de verhalen die de mensen over de dingen vertellen, de betekenissen die ze aan de dingen hebben gehecht, de antwoorden die ze hebben geformuleerd op hun vragen.
Het schrift, de taal, de wiskunde, de techniek, het geografische, biologische, natuurkundige en scheikundige vertoog - je zou kunnen zeggen dat het allemaal antwoorden zijn op vragen die de mensheid hebben beziggehouden. Antwoorden die vaak vanzelfsprekendheden zijn geworden.
Ik denk dat het de opdracht van het onderwijs is, kinderen kennis te laten maken met de bestaande antwoorden. Het doel is dan, dat aan het eind van hun onderwijsloopbaan een basis is gelegd, op grond waarvan nieuwe deelnemers aan het menselijk discours kunnen beginnen met vraagtekens plaatsen.
Daarin is mijn aarzeling gelegen ten aanzien van schoolprojecten gericht op discussiëren en filosoferen met kinderen. Kinderen stellen vragen die ons volwassenen filosofisch voorkomen. Maar de vragen van kinderen hebben volgens mij een ander doel dan de vragen van filosofen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten