Onlangs nam ik deel aan een training Dialoog en Interventiekunde. Ik verwachtte daar iets te zullen leren over manieren om verbondenheid te scheppen. Wat me in het bijzonder aansprak in de cursusomschrijving was de vraag: "Hoe komt het dat mensen vaak niet-effectief gedrag vertonen terwijl ze eigenlijk wel weten wat in een gegeven situatie effectief zou zijn?"
Dat dat te maken heeft met belemmerende aannames die voor waar worden aangenomen, en met weerstand, dat wist ik. Maar hoe ga je daarmee om? Hoe hanteer je weerstand, in jezelf, en vooral ook bij anderen? Wat kun je doen als iemand zich niet open wil stellen, terwijl je merkt dat hij zichzelf in de weg zit en er niet in slaagt effectief te zijn? Hoe schep je verbondenheid met iemand die niet wil?
Ik stelde me voor dat ik niet alleen van de trainers iets zou leren, maar vooral ook in de interactie met de groep. Ik stelde me voor dat ik iets zou leren over het scheppen van verbinding elders, door hier verbinding aan te gaan met deze groep. Ik was bereid daartoe de weerstand die ik bij mezelf bespeurde op tafel te leggen, om die samen te onderzoeken, en te onderzoeken hoe daarmee om te gaan. En ik nam aan dat ik die bereidheid ook van de andere deelnemers kon verwachten, zodat ik zou kunnen onderzoeken hoe ik met hun weerstand zou kunnen omgaan.
Dat bleek een misverstand. Bij verschillende deelnemers bespeurde ik weerstand en onwil om zichzelf op het spel te zetten, en bovendien ongemakkelijkheid met mijn onbevangenheid. Ondertussen kreeg ik van de trainers geen handvatten om met die weerstand om te gaan.
Op het moment dat het centrale thema van de training zich in het hier en nu voordeed, keken de trainers weg. Op het moment dat zich de gedroomde gelegenheid aanbood om in het hier en nu een onsamenhangende groep mensen met reserves ten aanzien van elkaar in beweging te krijgen en met elkaar te verbinden, bleef die kans onbenut. Wat leent zich beter dan de interactie hier en nu in de groep, om de effectiviteit van geboden 'tools' te tonen en te ervaren?
In mijn onbevangenheid wees ik op het eigenaardige feit dat ik in een gesprek met één van de deelnemers 'ja' had ingevuld toen ze 'nee' zei, omdat ik kennelijk met dat 'nee' op dat moment niet kon dealen. Ik legde het voor zoals Uma haar merkwaardige tenen liet zien (zie elders in dit blog), zonder te oordelen en zonder een oordeel te verwachten. Ik wilde samen met de anderen onderzoeken wat daar gebeurde, omdat het mij een casus toescheen die ons tot inzicht zou kunnen brengen in de waarde van weerstand. Mijn openheid was een geschenk aan de groep, maar het bleef liggen, niet herkend. Ook niet door de trainers.
Of herkenden ze wel wat daar lag, maar wisten ze er geen raad mee, net zoals ik geen raad had geweten met dat 'nee' in het aangehaalde gesprek? En als dat zo was, was dat dan niet juist een gedeelde ervaring die ons verder had kunnen brengen op de zoektocht die we ondernamen? Was dat niet juist een ingang tot het scheppen van verbinding en werkelijke gezamenlijkheid in deze zoektocht?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten