"In de klas is het belangrijk een zeker ontzag te hebben voor de uiteindelijke onkenbaarheid van de ander. Je kunt je verdiepen in een kind, je kunt heel betrokken zijn bij wat een leerling nodig heeft, je kunt de ambitie hebben aan te sluiten bij de belevingswereld van het kind, maar uiteindelijk moet je altijd de bescheidenheid bewaren dat al je ideeën daarover slechts interpretaties zijn. Leraren kunnen vanuit hun leiderspositie gemakkelijk in de val trappen dat ze denken te weten wat een kind bezielt, waarom een kind achterstevoren zit of voor zijn beurt praat of slordig schrijft of zijn werk niet af heeft. Het is belangrijk altijd de mogelijkheid open te houden dat het anders is dan jij denkt. Zolang je dat voor mogelijk houdt, kijk je beter naar je leerlingen en blijf je jezelf en de ander vragen stellen. Het maakt dat je met je leerlingen in gesprek blijft over wat er aan de hand is."
Citaat uit een interview van Lidy Peters met ondergetekende in Beter Begeleiden, januari 2014
(hele interview gelezen)
BeantwoordenVerwijderenMijn complimenten, Hester! Het is gedurfd wat je hier ter sprake brengt. Immers, de manier waarop het onderwijs vandaag de dag wordt aangestuurd berust op commerciële overwegingen en heeft niets uitstaande met het dienen van de leerbelangen van onze jeugd. Het is eigenlijk voor het eerst dat ik hiertegen ondubbelzinnig verzet hoor aantekenen door iemand uit het werkveld. Een dergelijke kritische houding wordt je in de regel n.l. niet in dank afgenomen door werkgever en collega’s. Tegelijkertijd wijs je impliciet op de begrenzingen van het onderwijs. Zoals je aangeeft kun je als leerkracht onmogelijk alles in kaart brengen voor wat betreft de motivatie van leerlingen en het duiden van leerresultaten. Nogmaals, een gewaagde stellingname, want met het gezever over excellentie en talentontwikkeling willen onderwijsautoriteiten de indruk wekken dat de school het onbetwiste walhalla van zelfontplooiing is. Goed onderwijs vermag weliswaar veel, maar niet alles, zo is de realiteit. Terecht wijs je hierbij ook op de autonome plaats die de leerkracht toekomt. Je geeft aan dat je geen strijd zoekt. Ik betwijfel echter of het terugwinnen van die plaats op de bureaucraten zonder een strijdvaardige houding gerealiseerd kan worden.