Jezus verschijnt in dit verhaal op aarde in de tijd van de Spaanse inquisitie. De grootinquisiteur heeft net een groot aantal ketters laten verbranden, als hij plotseling Jezus in de menigte ziet. Hij laat hem meteen oppakken en in de gevangenis gooien. Even later gaat de grootinquisiteur bij Jezus langs in zijn cel.
De grootinquisiteur is kwaad dat Jezus de boel in de war komt schoppen. Hij heeft het zijns izniens met zijn Spaanse Inquisitie veel beter georganiseerd dan Jezus destijds. Door de ketters te verbranden dwingt de grootinquisiteur gehoorzaamheid aan de kerk af. Gezagsproblemen heeft hij niet. Maar Jezus moet zich er nu niet mee gaan bemoeien.
Jezus wilde destijds dat de mensen er in vrijheid voor zouden kiezen het goede te doen. Hij wilde dat de mensen zelf de verantwoordelijkheid op zich zouden nemen om te doen wat hen te doen stond. Jezus had alle stenen in de woestijn in brood kunnen veranderen, dan had niemand nog honger gehad en iedereen zou zich aan hem hebben onderworpen in dankbaarheid, maar Jezus vertikte dat. De Grootinquisiteur beschimpt Jezus dat die onnozel is geweest om die wonderen niet te verrichten die de mensen ertoe zou hebben gebracht zich willoos aan hem te onderwerpen. Jezus weigert de mensen te ontheffen van hun verantwoordelijkheid om zelf te beslissen wat hen te doen staat, maar de grootinquisiteur zegt: die verantwoordelijkheid kunnen de mensen helemaal niet aan, daar zijn ze te dom en te beperkt en te verdorven voor. Je moet ze dwingen door ze angst in te boezemen met de dreiging van marteling en de brandstapel. Dat hebben ze nodig, dat is juist goed voor de mensen zorgen en ze geven wat ze nodig hebben. Niet de Grootinquisiteur, maar Jezus is de wreedaard die de mensen overvraagt.
Vandaar dat ik dat verhaal op mijn blog zette. Als stof tot nadenken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten