Ik spreek de juf aan op het beloningssysteem dat ze hanteert. Ik ben wel begonnen met mijn waardering uit te spreken voor de sfeer in de klas en de plaats die ze mijn dochter heeft gegeven, en ik vertel dat die het erg naar haar zin heeft op school en blablabla. Maar zij weet wel dat ik niet gekomen ben om complimentjes uit te delen. Ze luistert niet, ze wacht op de ‘maar’. En daar komt ie. Met een klap valt mijn oordeel op tafel. Dat beoordelingssysteem van jou dat deugt van geen kant.
De juf kan niet denken, ze praat hard, ze kijkt weg, ze praat door me heen. Ze heeft de rust niet om adem te halen en de zaak eens van alle kanten te bekijken. Ze heeft zich geharnast. Ik neem het waar en geef het op, maar pas achteraf dringt het tot me door dat ik het er zelf naar gemaakt heb.
Wat wil ik? Ik wil met haar van gedachten wisselen. Ik wil haar uitnodigen zich open te stellen voor een andere kijk op de zaak. Het denken wil ik in beweging krijgen. En ik bereik het tegendeel. In één seconde zit het muurvast. Omdat ik begin met een oordeel. Ik had ook kunnen beginnen met een vraag.
Altijd beginnen met een vraag.
Hou je mening, je oordelen, maar ook je tips en suggesties voor je. Die stoppen de beweging in het denken. Als een stok tussen de spaken. Er is geen haast bij om duidelijk te maken wat jij allemaal denkt. Je weet al wat jij denkt. Wat die ander denkt, dat weet je nog niet. Wil je het echt weten? Stel dan vragen en luister naar de antwoorden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten