donderdag 3 oktober 2013

Veiligheid

"Veel meer dan het onbekende, moet men het bekende vrezen." ~ Hugo Claus


Als een van de basisvoorwaarden voor een goed schoolklimaat waarin kinderen tot volle wasdom kunnen komen, wordt door scholen veiligheid genoemd. Veiligheid lijkt welhaast de hoogste waarde. Iedereen in het onderwijs lijkt het er gemakkelijk over eens te zijn. Zó gemakkelijk, dat niemand er nog over na lijkt te denken wat het eigenlijk betekent. Sommige woorden raken zo afgesleten, dat je ze het liefst weer wat óp zou ruwen, zodat ze wat minder soepel het ene oor in, het andere oor uit zouden glijden.

Veiligheid, wat betekent dat? Als je bang bent om uitgelachen te worden als je iets niet snapt wat je klasgenoten kennelijk wel snappen, zul je niet gemakkelijk vragen of de juf het je nog eens op een andere manier kan uitleggen. Als altijd degene die als eerste zijn vinger opsteekt de beurt krijgt, zul je op den duur niet eens meer nadenken of jij op jouw tempo misschien óók het antwoord zou kunnen vinden. Als je op school niet naar de wc durft te gaan omdat pestkoppen je op de gang belagen, krijg je buikpijn en kan je je gedachten niet meer bij de les houden. Als de juf geërgerd reageert wanneer het je ondanks je inspanningen toch nog niet lukt te doen wat zij van je verwacht, klap je op den duur dicht. Je kunt niet meer nadenken. Je voelt je niet vrij om blijmoedig door te gaan met oefenen totdat jij het ook onder de knie hebt - je denkt alleen maar: ik ben niet goed zoals ik ben. Dat komt, doordat het niet veilig is.

Veiligheid maakt dat je erop kunt vertrouwen - en dat je voelt dat ook anderen erop vertrouwen - dat het jou op den duur óók gaat lukken, met een beetje hulp van je vrienden, de juf, je ouders. Lezen, de koprol, of deelsommen met rest.

Nu werd laatst op twitter een basisschoolleraar met 40 jaar ervaring, als volgt geciteerd: "Veiligheid kan niet de basis van het leren zijn. Onveiligheid = beweging."

De context ontbrak, maar toch, of juist daardoor, zet die uitspraak het denken in beweging. Die uitspraak is stroef, niet gladjes, je blijft eraan haken: wat kan die man bedoelen?

Misschien dit. Als alles vanzelf gaat - niets ligt je in de weg en alles verloopt soepel - dan vallen de dingen je niet op. Pas als er frictie ontstaat, kom je tot stilstand en ga je kijken: wat is hier aan de hand? Je merkt je lichaam pas op als je ziek bent, je merkt pas wat water voor je betekent als de waterleiding is afgesloten, en je begint pas iets te leren op het moment dat je iets voorgeschoteld krijgt dat je niet zomaar vanzelf kunt bevatten. En dan komt het erop aan dat je je nek uitsteekt en je waagt op onbekend terrein. Je bent vast nieuwsgierig genoeg, maar om aan je nieuwsgierigheid gehoor te geven heb je zelfvertrouwen nodig, en vertrouwen in een vangnet om je heen van mensen die je bemoedigen en je helpen als je struikelt.

Om iets te leren moet je het bekende durven verlaten en op onderzoek uitgaan op onbetreden gebied. In die zin zijn onzekerheid, spanning, frictie en een zeker onbehagen evengoed voorwaarde voor gunstige groeiomstandigheden.

Toch gaat het belang van veiligheid daarmee gelijk op. Veiligheid waarborgt het onderlinge vertrouwen dat maakt dat je als kind die spanning uithoudt en op ontdekkingsreis durft gaan op onbekend terrein.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten