zaterdag 24 november 2012

Workshop Maartje Jaquet in groep 4

Vrijdag 23 november gaf Maartje Jaquet, fotograaf, kunstenaar en buurvrouw van klasgenoot Teun, een workshop stadsbeesten. Op haar blog geeft ze een impressie. Prachtige opbrengsten van creativiteit, opmerkingsgave en expressiviteit! Niet in cijfers te vatten.



 



Haar foto's van dingen die op dieren lijken, bracht een tekst van Jan Hanlo bij me in herinnering:

Een steen is een meneer

Dingen interesseren me. Er zijn mensen die een hoogst gezonde onverschilligheid voor dingen hebben omdat mensen immers zoveel belangrijker zijn dan dingen, zoals er ook mensen zijn die zelfs dieren oneindig minder belangrijk achten dan mensen. Maar ik kan het niet helpen, dingen fascineren mij. Dingen zijn óók eenheden, zelfstandigheden, 'meneren' (of 'mevrouwen'). Waarom is een steen eigenlijk een zelfstandig iets? Een kiezelsteen of een stuk steenslag is vroeger toch maar een toevallig stuk rots geweest. Ja, vroeger! Maar sinds hij van de rest van de rots is gesepareerd is hij een eenheid geworden. Een steen is een meneer geworden. Of was dat brokje steen in de rots vroeger al een eenheid? Tenslotte is het physisch of mechanisch niet toevallig dat net dat steentje zijn moleculen bij elkaar hield. Dat brokje was net iet harder dan de omgeving; of de splijtvlakken volgens welke het losgekomen is, waren in aanleg al in de rots aanwezig.


Ook schroeven zijn ventjes. Kijk maar eens naar verschillende gebruikte schroeven, zelfs van hetzelfde type en dezelfde maat. Ze hebben allemaal een ander gezicht. De ene lacht, de andere huilt, weer een andere grijnst, weer een andere peinst. Dat komt niet alléén door de gleuf die gemakkelijk een mond suggereert; moeren hebben het ook, zij het minder treffend. Ze zijn gewoon allemaal anders, hebben allemaal een ander 'wezen', het zijn allemaal andere mevrouwtjes of meneertjes.

Is het getikt om het zo te zien? Dan zijn er velen van ons getikt. Allemaal spreken we op onze tijd van 'die trouwe jas', 'dat ongelukspak', 'dat vriendelijke huisje'. Geen van ons is een zo ver van zijn kinderjaren verwijderde Methusalem dat 'stoute stoel' hem niets meer zegt. Dan hoeft men nog niet zo ver te gaan als ik die, toen ik in de winkel een nieuw zakmesje had uitgezocht maar later nog gauw even een ander van precies dezelfde soort met een iets fraaiere tekening van het kunst-kornalijnen heft verkoos, mij betrapte op de gedachte dat het eerste mesje (niet meisje, mr. zetter!) nu misschien erg teleurgesteld zou zijn.

Of, nogmaals, is dat mesje iets? Is dat mesje een stukje van de creatieve en artisane ziel van de maker?

Mensen zonder symbool-gevoeligheid zijn toch maar te benijden! De anderen hebben het zo druk met al die messemeisjes en steenmeneren.


Uit: Jan Hanlo, Mijn benul (Uitgeverij Van Oorschot, zonder jaartal), oorspronkelijk verschenen in Moelmer 1967

Geen opmerkingen:

Een reactie posten